Alle kittens hebben wormen. Vaak worden ze via de moedermelk besmet. Moedermelk kan ondanks goede ontworming larven van de spoelworm bevatten.
Ontwormingschema: op leeftijd van 3-5-7 weken, daarna op 3-4-5-6-9-12 maanden leeftijd, daarna 2-4x per jaar. Bij binnenkatten is 2x per jaar voldoende, buitenkatten minimaal 4x per jaar. Indien uw kat regelmatig muizen en/of vogeltjes vangt, mag er vaker ontwormd worden. Als er na de ontworming nog wormen in de ontlasting worden gevonden, is het verstandig om 2 weken later de ontworming nogmaals te herhalen.
Er zijn veel verschillende middelen te verkrijgen voor de ontworming van uw hond. Niet alle middelen werken tegen alle wormen. Bel ons gerust voor advies omtrent welke middelen het meest geschikt zijn om te gebruiken.
Hieronder een beschrijving van de meest voorkomende wormen bij de kat.
Spoelworm
Deze wormen leven in de dunne darm van de kat. In de ontlasting zijn de wormen meestal niet te zien maar soms wel in het braaksel. De kat besmet zich meestal door wormeitjes op te eten. Volwassen katten worden meestal niet ziek van deze worm, maar kittens wel. Kittens worden via de moeder geïnfecteerd. Regelmatige ontworming is effectief in de bestrijding van de spoelworm.
Lintworm
Dit is een platte witte worm. De lintworm leeft in de dunne darm van de kat. Hij zorgt voor jeuk aan de anus. Stukjes (‘segmenten’) van de worm worden wel eens gevonden in de vacht, rond de anus en in de ontlasting.
Vaak krijgt een kat de lintworm door het opeten van een besmette vlo. Ontvlooien is dan ook belangrijk om een infectie met lintwormen te voorkomen.
Het voeren van rauw vlees brengt ook een risico van besmetting met zich mee.
Hartworm
De hartworm komt voornamelijk voor in het Middellandse Zeegebied en wordt overgedragen door kleine mugjes. Meestal worden katten niet ziek van deze worm, maar er zijn katten die wel klachten krijgen en zelfs aan de gevolgen van deze parasiet overlijden.
Als de kat is geprikt door een besmette mug komen er larfjes van de hartworm in de huid terecht. Vandaar ontwikkelen de larven zich en komen uiteindelijk als volwassen wormen in de bloedvaten van de longen terecht. Bij een grote besmetting kan de kat een verminderd uithoudingsvermogen hebben, hoesten en flauwvallen. Let op: deze verschijnselen kunnen maanden na infectie pas optreden.
De volwassen wormen zijn met ontwormingsmiddelen moeilijk te doden, maar de larven wel. Dit betekent dat u moet beginnen met ontwormen nog voordat er klinische symptomen zijn. Ook is het goed om de kat te beschermen tegen de mugjes die de parasiet overbrengen. Vraag ons gerust om advies hieromtrent. Uiteraard blijft het veiligst om uw kat helemaal niet mee te nemen naar het Middellandse Zeegebied.
Longworm
Longworm wordt de laatste tijd steeds vaker in Nederland gezien. Longwormen leven net als de hartworm in het hart en de longslagader. De eitjes komen in de longen terecht en worden eerst opgehoest en dan doorgeslikt, waarna ze via de ontlasting worden uitgescheiden. Katen raken bijvoorbeeld besmet door het eten van slakken waarin zich larven van de longworm bevinden. Het betreft hier vooral naaktslakken. De verschijnselen zijn voornamelijk hoesten, longontsteking, stollingsproblemen en zwakte. Bij een gevorderde besmetting is een eenmalige ontworming niet voldoende om deze wormen te doden. Neem contact op met ons voor een behandelplan. Mocht uw hond een slak opgegeten hebben, geen paniek. Meteen ontwormen voorkomt een hoop problemen!