Het is verstandig om uw kat tegen ziekten te beschermen door middel van regelmatige vaccinaties. Voorkomen is immers beter dan genezen. Het is van belang dat uw kat gezond is tijdens de vaccinatie. Daarom wordt uw kat van kop tot staart nagekeken voordat we overgaan tot vaccineren. Zo signaleren we ook tijdig andere problemen.
Standaard vaccineren wij katten tegen:
- Kattenziekte (feline panleukopenie).
- Niesziekte.
Niesziekte wordt door meerdere verwekkers veroorzaakt. De ziekte leidt tot verschijnselen als snotteren, niezen, algehele malaise en oogontsteking. Het is belangrijk te beseffen dat katten die niesziekte eenmaal hebben opgelopen hier vaak lastig weer vanaf komen. Standaard wordt gevaccineerd tegen de twee verwekkers die het meest bij niesziekte betrokken zijn: het Herpes- en het Calicivirus. We kunnen in de praktijk ook een vaccinatie tegen de bacterie Bordetella Bronciseptica geven. Dit is een van de bacteriën die niesziekte kan veroorzaken. Tevens is deze bacterie veroorzaker van besmettelijke hondenhoest (kennelhoest) bij de hond. De kat is minder gevoelig voor deze bacterie dan de hond, daarom wordt deze vaccinatie niet standaard gegeven. Sommige pensions laten katten echter alleen toe als ze tegen Bordetella zijn gevaccineerd. Informeer daarom altijd goed en ruim op tijd bij het pension welke vaccinaties er vereist zijn!
Als u naar het buitenland gaat is een inenting tegen hondsdolheid (rabiës) verplicht. Let op: ook voor België of Duitsland geldt deze verplichting! De hondsdolheidvaccinatie mag vanaf een leeftijd van 12 weken gegeven worden. De vaccinatie is pas werkzaam na 3 weken. Hierna mag u pas met uw kat de grens passeren. Houdt hier rekening mee indien u van plan bent om te gaan reizen met uw kat. Een aantal landen hebben ook nog aanvullende eisen voor het reizen met huisdieren. Meer informatie hierover kunt u vinden op www.licg.nl
Op welke leeftijd u uw kat het best kan laten vaccineren hangt van verschillende factoren af. De belangrijkste factor is de hoeveelheid antistoffen die uw kitten vanuit de moedermelk heeft meegekregen (=maternale immuniteit) en hoe snel die antistoffen weer worden afgebroken. Als we vaccineren op het moment dat het kitten nog veel antistoffen van de moeder heeft, zal de vaccinatie door die antistoffen worden opgeruimd. In dat geval zal het kitten zelf geen beschermende antistoffen aanmaken. Uit onderzoek blijkt dat het volgende schema het beste kan worden aangehouden:
- 9 weken: katten- en niesziekte en eventueel Bordetella
- 12 weken: katten- en niesziekte
- 1 jaar: katten- en niesziekte
Voorts wordt er elk jaar gevaccineerd tegen niesziekte en eventueel Bordetella en elke drie jaar tegen kattenziekte.
U wordt jaarlijks van ons per post eraan herinnerd dat het tijd is om uw kat te vaccineren.